
Tandbederf (gaatjes en erosie) heeft een negatieve invloed op de kwaliteit van leven van een kind. Het kan leiden tot onder andere: pijn, infectie, schoolverzuim, problemen met kauwen, maag- en darmproblemen, verslechterde ontwikkeling van de spraak, een laag zelfbeeld en problemen in sociaal functioneren. Bovendien is tandbederf in het melkgebit een risicofactor voor tandbederf in het blijvende gebit. Gezien de omvang en ernst van de negatieve gevolgen van tandbederf is het noodzakelijk om aandacht te besteden aan preventie door middel van effectieve programma’s.

- geeft kinderen en ouders de informatie en motivatie om de mond gezond te houden;
- richt zich op gewoontevorming;
- is een onderbouwd programma (opgezet volgens wetenschappelijke richtlijnen);
- is een leuk programma;
- is eenvoudig te implementeren voor de leerkracht;
- vraagt weinig voorbereiding van de leerkracht;
- kent een thuistraject: het tandenpoetsen, eten/drinken en het maken van een tandartsafspraak vindt immers in de huiselijke kring plaats;
- betrekt ouders erbij op een speelse manier;
- kan gecombineerd worden met andere programma’s rond een gezonde mond, zoals ‘Hou Je Mond Gezond’.


- kinderen poetsen 2x per dag hun tanden (’s morgens en ’s avonds voor het slapengaan);
- minimaal 1x per dag wordt door ouders nagepoetst;
- kinderen hebben maximaal 7 eet- en drinkmomenten op een dag, waarvan maximaal één snoepmoment;
- kinderen bezoeken 2x per jaar de tandarts.